Facetten van het Boeddhisme


naar Index

5.2.2.  Majjhima nikaya  - indeling in vaggas en suttas


       

 

pyright ©  2021 / 2564

Het is toegestaan om elektronisch of in gedrukte vorm fragmenten van deze compilatie of de compilatie in zijn geheel over te nemen voor eigen gebruik, of ook met als doel ze met anderen te delen, uitsluitend voor gratis verspreiding en zonder commercieel oogmerk.

Majjhima Nikāya

Indeling in vaggas en suttas

Inleiding

Na het eerste concilie werd aan de pupillen van de eerwaarde Sariputta - die zelf al vóór de Boeddha overleden was - gevraagd om zorg te dragen voor de Majjhima Nikāya.

De collectie van de Majjhima Nikāya bevat 152 leerreden van gemiddelde lengte. Ze is verdeeld in 15 secties (vaggas) die gerangschikt zijn volgens onderwerp.[1] Elke sectie is verdeeld in 10 suttas, behalve de Vibhanga-vagga die 12 leerreden bevat.

Volgens Horner zijn de 152 suttas van Majjhima Nikaya verdeeld in drie secties (pannāsa) van elk 50 toespraken. Alleen de laatste sectie bestaat dan uit 52 toespraken. Misschien moet het Bhaddekaratta sutta (no. 131) als één sutta worden beschouwd, en de Ānanda-, Mahākaccāna- en Lomasakangiya-bhaddekaratta suttas samen als één sutta in plaats van drie.[2]

De meeste voetnoten zijn ontleend aan de vertalingen van Kay Zumwinkel.

De verdeling in vaggas

I. Mūlapariyāya-vagga: M.1-10 (M.I.1-10)

        II. Sīhanāda-vagga: M.11-20 (M.II.1-10)

III. Tatiya-vagga: M.21-30 (M.III.1-10)

        IV. Mahāyamaka-vagga: M.31-40 (M.IV.1-10)

        V. Cūlayamaka-vagga: M.41-50 (M.V.1-10)

        VI. Gahapati-vagga: M.51-60 (M.VI.1-10)

        VII. Bhikkhu-vagga: M.61-70 (M.VII.1-10)

        VIII. Paribbājaka-vagga: M.71-80 (M.VIII.1-10)

        IX. Rāja-vagga: M.81-90 (M.IX.1-10)

        X. Brāhmana-vagga: M.91-100 (M.X.1-10)

        XI. Devadaha-vagga: M.101-110 (M.XI.1-10)

        XII. Anupada-vagga: M.111-120 (M.XII.1-10)

        XIII. Suññata-vagga: M.121-130 (M.XIII.1-10)

        XIV. Vibhanga-vagga: M.131-142 (M.XIV.1-12)

        XV. Salāyatana-vagga: M.143-152 (M.XV.1-10)

De verdeling in suttas

I. Mūlapariyāya-vagga: M.1-10 (M.I.1-10)

M.1 (M.I.1) Mūlapariyāya sutta. De wortel van alle verschijnselen.

M.2 (M.I.2) Sabbāsava sutta. Hoe de geest te reinigen van de smetten.

M.3 (M.I.3) Dhammadāyāda sutta. Erfgenamen van de leer; het beoefenen van eenzaamheid.

M.4 (M.I.4) Bhayabherava sutta. Onzuivere gedachten, woorden en daden brengen schade; overwinning van angst en vrees.

M.5 (M.I.5) Anangana sutta. Vier soorten mensen; schuldig - onschuldig.

M.6 (M.I.6) Ākankheyya sutta. Wees op de hoede voor  de geringste fout.

M.7 (M.I.7) Vattha sutta (Vatthūpama sutta). Gelijkenis van smerige stuk stof en de bevuilde geest

M.8 (M.I.8) Sallekha sutta. Opheffing van verkeerde inzichten - Uitwissing.

M.9 (M.I.9) Sammāditthi sutta. Juist inzicht; vier soorten voedsel.

M.10 (M.I.10) Satipatthāna sutta. De grondslagen van oplettendheid.

II. Sīhanāda-vagga: M.11-20 (M.II.1-10)

M.11 (MN.II.1) Cūlasīhanāda sutta. De ware monnik; vier soorten van asceten.

M.12 (MN.II.2) Mahāsīhanāda sutta. Over de bovennatuurlijke krachten, over de tien krachten van een Boeddha, over vier soorten van zekerheid, de vijf sferen van bestaan; de ascetische oefeningen van de Bodhisatta.

M.13 (MN.II.3) Mahādukkhakkhandha sutta. Over onvoldaanheid, lijden.

M.14 (MN.II.4) Cūladukkhakkhandha sutta. Korte toespraak over onvoldaanheid, lijden.

M.15 (MN.II.5) Anumāna sutta. Over de waarde van zelfonderzoek.

M.16 (MN.II.6) Cetokhila sutta. Over de vijf geestelijke boeien.

M.17 (MN.II.7) Vanapattha sutta. Over de voor- en nadelen van het leven in het bos.

M.18 (MN.II.8) Madhupindika sutta. Het einde van hechten.

M.19 (MN.II.9) Dvedhāvitakka sutta. Hoe slechte gedachten overwonnen kunnen worden

M.20 (MN.II.10) Vitakkasanthāna sutta. Vijf methoden om onheilzame gedachten te verdrijven.        

III. Tatiya-vagga: M.21-30 (M.III.1-10)

M.21 (MN.III.1) Kakacūpama sutta. De koppige monnik; de gelijkenis van de zaag; verdraagzaamheid; liefdevolle vriendelijkheid; voordeel van eenmaal eten per dag.

M.22 (MN.III.2) Alagaddūpama sutta. Gelijkenis van de slang; gelijkenis van het vlot; anatta.

M.23 (MN.III.3) Vammīka sutta. De gelijkenis van de smeulende mierenheuvel. Een dergelijke heuvel wordt er vergeleken met het menselijke lichaam.

M.24 (MN.III.4) Rathavinīta sutta. De zeven halteplaatsen op de weg naar nibbana.

M.25 (MN.III.5) Nivāpa sutta. De gelijkenis van het voer en de vallenzetter; de vijf soorten van verlangens en Mara, de boze.

M.26 (MN.III.6) Āriyapariyesana sutta (Pāsarāsi sutta). Het edele streven. De Boeddha vertelt er over zijn ervaringen vanaf het begin van zijn zoektocht, hoe hij de Verlichting bereikte en hoe hij het Wiel der leer in beweging bracht en de vijf asceten bekeerde. Uit het zicht van het kwaad.

M.27 (MN.III.7) Cūlahatthipadopama sutta. De korte gelijkenis van de olifantenvoetafdruk; beschrijving van iemand die het arahant-ideaal nastreeft.  

M.28 (MN.III.8) Mahāhatthipadopama sutta. De lange leerrede van het olifantenvoetspoor; alle heilzame toestanden kunnen in de vier edele waarheden worden ingepast.

M.29 (MN.III.9) Mahāsāropama sutta. Over het gevaar van winst, eer en roem.

M.30 (MN.III.10) Cūlasāropama sutta. Over het bereiken van het wezenlijke van de Dhamma.

IV. Mahāyamaka-vagga: M.31-40 (M.IV.1-10)

M.31 (MN.IV.1) Cūlagosinga sutta. Monniken die in eendracht en harmonie leven, worden geprezen.

M.32 (MN.IV.2) Mahāgosinga sutta. Door de aanwezigheid van een monnik met het vaste voornemen niet eerder op te staan totdat hij de uiteindelijke bevrijding van het kwade had verwerkelijkt, neemt een bos in grootheid toe.  

M.33 (MN.IV.3) Mahāgopālaka sutta. Factoren tot groei in de leer.

M.34 (MN.IV.4) Cūlagopālaka sutta. Gelijkenis van de onbekwame koeherder die zijn kudde vee op een verkeerde plaats de rivier laat oversteken en ze zo tot de dood leidt. Verder de gelijkenis van de bekwame koeherder die zijn kudde vee op een goede plaats de rivier laat oversteken. Zij komen allemaal veilig aan de andere oever. Op gelijke wijze gaat het met de volgelingen van de Boeddha. Wie naar de Boeddha luistert en in hem vertrouwen stelt, dat zal hem of haar lang tot heil en geluk strekken. Besproken worden de niveaus van heiligheid.

M.35 (MN.IV.5) Cūlasaccaka sutta. Klein gesprek tussen de Boeddha en de trotse Jain Niganthaputta Saccaka over de aard van de vijf khandhas. De Boeddha toonde aan dat alles vergankelijk is en dat er geen zelf is.

M.36 (MN.IV.6) Mahāsaccaka sutta. Verblinde en niet-verblinde levenswijze.

M.37 (MN.IV.7) Cūlatanhāsankhaya sutta. De manier waarop iemand door de vernietiging van begeerte bevrijd is.

M.38 (MN.IV.8) Mahātanhāsankhaya sutta. De Boeddha legt uit dat geen enkele factor verhuist van het ene naar het andere lichaam. Het bewustzijn ontstaat door oorzaken, kan zonder oorzaken niet ontstaan.

M.39 (MN.IV.9) Mahā Assapura sutta. Grote toespraak te Assapura over de plichten van een asceet.

M.40 (MN.IV.10) Cūla Assapura sutta. Kleine toespraak te Assapura over de plichten van een asceet.

V. Cūlayamaka-vagga: M.41-50 (M.V.1-10)

M.41 (MN.V.1) Sāleyyaka sutta. Redenen waarom sommigen naar de hemel gaan en anderen naar de hel.

M.42 (MN.V.2) Verañja(ka) sutta. Dezelfde toespraak, nu tot de brahmanen van Verañja.

M.43 (MN.V.3) Mahāvedalla sutta. Toespraak van de eerwaarde Sāriputta tot Makākotthita. De volgende vragen worden er behandeld: Wie is wijs en wie niet? Wat zijn de juiste betekenissen van de termen vedanā (gevoel), saññā (waarneming) en viññāna (bewustzijn)? Ontstaan ze samen of afzonderlijk? Wat is juist inzicht? Wat is leven na de dood? Wat is een jhāna (meditatieve verdieping)? Wat is het bereiken van een ophouden van het proces van bewustzijn? En wat is de bevrijding van de geest?

M.44 (MN.V.4) Cūlavedalla sutta. Korte reeks van vragen en antwoorden over persoonlijkheid.

M.45 (MN.V.5) Cūladhammasamādāna sutta. Korte toespraak over het hebben van een aangenaam of onaangenaam leven in de toekomst.

M.46 (MN.V.6) Mahādhammasamādāna sutta. Vier soorten hoe men een leven kan leiden; lange toespraak over het tot rijping komen van een aangenaam of onaangenaam leven in de toekomst.

M.47 (MN.V.7) Vimañsaka sutta. Over de juiste methode van onderzoek.

M.48 (MN.V.8) Kosambiya sutta. Twist onder de monniken te Kosambi. De Boeddha preekte toen over nadelen van twisten en de voordelen van vrede en vriendschap onder elkaar. Men moet metta beoefenen in daden, woorden en gedachten jegens de medemonniken.

M.49 (MN.V.9) Brahmanimantanika sutta. Een hemelse wereld is niet eeuwig. Het bewustzijn dat niets zijn eigen noemt, is oneindig en helder stralend. Dat niet-indicatieve bewustzijn determineert niets als basis voor de illusie van een "ik". Het is doorzichtig, onvindbaar.

M.50 (MN.V.10) Māratajjaniya sutta. Mara stoort de eerwaarde Mahā Moggallāna. De vier Brahma-viharas, liefdevolle vriendelijkheid, medeleven, medevreugde en gelijkmoedigheid.

VI. Gahapati-vagga: M.51-60 (M.VI.1-10)

M.51 (MN.VI.1) Kandaraka sutta. Vier soorten mensen: degenen die zichzelf kwellen, degenen die andere kwellen, degenen die zichzelf en anderen kwellen, en degenen die niet kwellen en een heilig leven leiden.

M.52 (MN.VI.2) Atthakanāgara sutta. Elf deujren die naar Nibbāna leiden.

M.53 (MN.VI.3) Sekha sutta. Over de opleiding van de discipel

M.54 (MN.VI.4) Potaliya sutta. De ware betekenis van het opgeven van de wereld.

M.55 (MN.VI.5) Jīvaka sutta. Over het eten van vlees.

M.56 (MN.VI.6) Upāli sutta. De bekering van de Jain Upāli; de wil of de mentale daad (kamma) is het belangrijkste.

M.57 (MN.VI.7) Kukkuravatika sutta. Gesprek met twee asceten over vier soorten daden en vier soorten resultaten ervan.

M.58 (MN.VI.8) Abhayarājakumāra sutta. Zes manieren waarop woorden geuit kunnen worden.

M.59 (MN.VI.9) Bahuvedaniya sutta. Uitleg van de verschillende soorten van gevoel.

M.60 (MN.VI.10) Āpannaka sutta. De onbetwistbare leer.

VII. Bhikkhu-vagga: M.61-70 (M.VII.1-10)

M.61 (MN.VII.1) Ambalatthika-Rāhulovāda sutta

M.62 (MN.VII.2) MahāRāhulovāda sutta

M.63 (MN.VII.3) CūlaMālunkya sutta

M.64 (MN.VII.4) MahāMālunkya sutta

M.65 (MN.VII.5) Bhaddālī sutta

M.66 (MN.VII.6) Latukikopama sutta

M.67 (MN.VII.7) Cātumā sutta

M.68 (MN.VII.8) Nalakapāna sutta

M.69 (MN.VII.9) Gulissāni sutta

M.70 (MN.VII.10) Kītāgiri sutta

VIII. Paribbājaka-vagga: M.71-80 (M.VIII.1-10)

M.71 (MN.VIII.1) Tevijja-Vacchagotta sutta

M.72 (MN.VIII.2) Aggi-Vacchagotta sutta

M.73 (MN.VIII.3) Mahā Vacchagotta sutta

M.74 (MN.VIII.4) Dīghanakha sutta

M.75 (MN.VIII.5) Māgandiya sutta

M.76 (MN.VIII.6) Sandaka sutta

M.77 (MN.VIII.7) Mahāsakuludāyi sutta

M.78 (MN.VIII.8) Samanamandikā sutta

M.79 (MN.VIII.9) Cūlasakuludāyi sutta

M.80 (MN.VIII.10) Vekhanassa sutta

IX. Rāja-vagga: M.81-90 (M.IX.1-10)

M.81 (MN.IX.1) Ghatīkāra sutta

M.82 (MN.IX.2) Ratthapāla sutta

M.83 (MN.IX.3) Makhādeva sutta

M.84 (MN.IX.4) Madhura sutta

M.85 (MN.IX.5) Bodhirājakumāra sutta

M.86 (MN.IX.6) Angulimāla sutta

M.87 (MN.IX.7) Piyajātika sutta

M.88 (MN.IX.8) Bāhitikā sutta

M.89 (MN.IX.9) Dhammacetiya sutta

M.90 (MN.IX.10) Kannakatthala sutta

X. Brāhmana-vagga: M.91-100 (M.X.1-10)

M.91. (M.X.1) Brahmāyu sutta

M.92. (M.X.2) Sela sutta

M.93. (M.X.3) Assalāyana sutta

M.94. (M.X.4) Ghotamukha sutta

M.95. (M.X.5) Cankī sutta

M.96. (M.X.6) Esukāri sutta

M.97. (M.X.7) Dhānañjāni sutta

M.98. (M.X.8) Vāsettha sutta

M.99. (M.X.9) Subha sutta

M.100. (M.X.10) Sangārava sutta

XI. Devadaha-vagga: M.101-110 (M.XI.1-10)

M.101. (M.XI.1) Devadaha sutta

M.102. (M.XI.2) Pañcattaya sutta

M.103. (M.XI.3) Kinti sutta

M.104. (M.XI.4) Sāmagāma sutta

M.105. (M.XI.5) Sunakkhatta sutta

M.106. (M.XI.6) Ānañjasappāya sutta

M.107. (M.XI.7) Ganaka-Moggallāna sutta

M.108. (M.XI.8) Gopaka-Moggallāna sutta

M.109. (M.XI.9) Mahā Punnama sutta

M.110. (M.XI.10) Cūla Punnama sutta

XII. Anupada-vagga: M.111-120 (M.XII.1-10)

M.111. (M.XII.1) Anupada sutta - Het een na het andere (Sariputta)

M.112. (M.XII.2) Chabbisodhana sutta

M.113. (M.XII.3) Sappurisa sutta

M.114. (M. XII.4) Sevitabba sutta

M.115. (M.XII.5) Bahudhātuka sutta

M.116. (M.XII.6) Isigili sutta. De toespraak op de Isigili-heuvel

M. 117. (M.XII.7) Mahacattarisa sutta

M.118. (M.XII.8) Anāpānasati sutta - Oplettendheid bij de ademhaling

M.119. (M.XII.9) Kāyagatāsati sutta - Oplettendheid op het lichaam

M.120. (M.XII.10) Sankhāruppatti sutta

XIII. Suññata-vagga: M.121-130 (M.XIII.1-10)

M.121 (MN.XIII.1) Cūlasuññata sutta

M.122 (MN.XIII.2) Mahāsuññata sutta

M.123 (MN.XIII.3) Accharlyabbhutadhamma sutta

M.124 (MN.XIII.4) Bakkula sutta

M.125 (MN.XIII.5) Dantabhūmi sutta

M.126 (MN.XIII.6) Bhūmija sutta

M.127 (MN.XIII.7) Anuruddha sutta

M.128 (MN.XIII.8) Upakkilesa sutta

M.129 (MN.XIII.9) Bālapandita sutta

M.130 (MN.XIII.10) Devadūta sutta                

XIV. Vibhanga-vagga: M.131-142 (M.XIV.1-12)

M.131 (MN.XIV.1) Bhaddekaratta sutta

M.132 (MN.XIV.2) Ānandabhaddekaratta sutta

M.133 (MN.XIV.3) Mahākaccānabhaddekratta sutta

M.134 (MN.XIV.4) Lomasakangiyabhaddekaratta sutta

M.135 (MN.XIV.5) Cūlakammavibhanga Sutta

M.136 (MN.XIV.6) Mahākammavibhanga sutta

M.137 (MN.XIV.7) Salāyatanavibhanga sutta

M.138 (MN.XIV.8) Uddesavibhanga sutta

M.139 (MN.XIV.9) Aranavibhanga sutta

M.140 (MN.XIV.10) Dhātuvibhanga sutta

M.141 (MN.XIV.11) Saccavibhanga sutta

M.142 (MN.XIV.12) Dakkhināvibhanga sutta        

XV. Salāyatana-vagga: M.143-152 (M.XV.1-10)

M.143 (MN.XV.1) Anāthapindikovāda sutta

M.144 (MN.XV.2) Channovāda sutta

M.145 (MN.XV.3) Punnovāda sutta

M.146 (MN.XV.4) Nandakovāda sutta

M.147 (MN.XV.5) Cūlarāhulovāda sutta

M.148 (MN.XV.6) Chachakka sutta

M.149 (MN.XV.7) Mahāsalāyatanika sutta

M.150 (MN.XV.8) Nagaravindeyya sutta

M.151 (MN.XV.9) Pindapātapārisuddhi sutta

M.152 (MN.XV.10) Indriyabhāvanā sutta


Omdat grote bestanden online niet goed hanteerbaar zijn, heb ik de 15 vaggas verdeeld in vijf groepen van elk drie vaggas.

5.2.2. (1-3) Maj.Nik. I-III (M.1-30) 

5.2.2. (4-6) Maj.Nik. IV-VI (M.31-60)

5.2.2. (7-9) Maj.Nik. VII-IX (M.61-90)

5.2.2. (10-12) Maj.Nik. X-XII (M.91-120)

5.2.2. (13-15) Maj.Nik. XIII-XV (M.121-152)



[1] Webb, Russell (ed.): An Analysis of the Pali Canon, being the Buddhist Scriptures of the Theravada School. Edited by Russell Webb. Kandy 1975. The Wheel No. 217/220, p. 8.

[2] Horner, I.B. (tr.): The Collection of the Middle Length Sayings (Majjhima-Nikāya). Vol. 1. The first fifty discourses (Mūlapannāsa). Oxford 2000, p. ix en p.