Voordat de Verhevene de volledige Verlichting bereikte, en direct na de Verlichting dacht hij na over oorzakelijk ontstaan. Ten gevolge van het niet begrijpen ervan blijft men in de kringloop der wedergeboorten. Men wordt geboren, men wordt ouder, men sterft, en men wordt wedergeboren. Een uitweg uit het lijden, een ontkomen aan dit lijden, ouder worden en sterven kent men niet. Wanneer zal er een ontkomen aan dit lijden, ouder worden en sterven gevonden worden?“
De Boeddha vroeg zich af: “Bij de aanwezigheid waarvan is ook ouderdom en sterven aanwezig? In afhankelijkheid waarvan is ouderdom en sterven aanwezig?”
En hij vond een uitweg uit die kringloop, vond de bevrijding van onbevredigendheid, ouder worden en sterven.
“Ouderdom en sterven zijn afhankelijk van geboorte. Geboorte is afhankelijk van worden. Worden is afhankelijk van inbezitname, grijpen, hechten. Inbezitname, grijpen, hechten is afhankelijk van begeerte, levensdorst. Dorst, begeerte is afhankelijk van gevoel. Gevoel is afhankelijk van aanraking, contact. Contact, aanraking is afhankelijk van de zes zintuigen. De zes zintuigen zijn aanwezig als geestlichamelijkheid (naam en vorm) aanwezig is. Geestlichamelijkheid is afhankelijk van bewustzijn. Bewustzijn dat naar wedergeboorte leidt, ontstaat afhankelijk van wilsformaties. Bewustzijn is afhankelijk van geestlichamelijkheid. De formaties, vormingen hebben onwetendheid als oorzaak. Op die manier komt de hele massa van lijden tot stand. Zo is het ontstaan ervan.”
“Bij afwezigheid waarvan is er geen ouderdom en sterven? Als dit niet is, volgt dat niet; met het verdwijnen van het ene verdwijnt het andere en wel aldus: Met het geheel en al verdwijnen van onwetendheid verdwijnen wilsformaties (vormingen). Met het verdwijnen van wilsformaties verdwijnt bewustzijn. Met het verdwijnen van bewustzijn verdwijnt geestlichamelijkheid. Met het verdwijnen van geestlichamelijkheid verdwijnt de zesvoudige basis (het bereik van de zes zintuigen). Met het verdwijnen van de zesvoudige basis verdwijnt contact. Met het verdwijnen van contact verdwijnt gevoel. Met het verdwijnen van gevoel verdwijnt begeerte, dorst. Met het verdwijnen van dorst, verlangen verdwijnt inbezitname, grijpen, hechten. Met het verdwijnen van hechten verdwijnt worden. Met het verdwijnen van worden verdwijnt geboorte. Met het verdwijnen van geboorte verdwijnen ouderdom en dood, verdriet, geweeklaag, pijn, leed en wanhoop. Op die manier komt de opheffing van de hele massa van lijden tot stand.”
Door lichaam en geest met de zes zintuigen ontstaat door contact met zintuiglijk waarneembare objecten gewaarwording, bewustzijn. Vanwege onwetendheid ontstaat door inbezitname een ik-bewustzijn: ik zie, ik hoor, ik ruik, ik proef, ik raak aan, ik denk, ik ben. Dat ik-bewustzijn ontstaat afhankelijk van de wedergeboorte producerende wilsacties, of kamma-formaties. Het leidt tot wedergeboorte. Er ontstaat weer een ik-bewustzijn. Uit het ik-bewustzijn ontstaat geestlichamelijkheid.
Gevoel, waarneming, bedoeling, voorstelling, denken, aanraking, oplettendheid, overweging: dat heet geest.
De vier elementen: aarde, water, vuur, lucht, en de vorm die afhankelijk is van die elementen, dat heet lichaam.
Door de zintuigen is er contact met de zintuiglijk waarneembare objecten. Door aanraking, contact ontstaat gevoel, gewaarwording, waarneming. Ten gevolge daarvan ontstaat verlangen, begeerte, hechten, inbezitname; er ontstaat weer een ik-bewustzijn. Dan ontstaan conceptie, geboorte, ouderdom en dood.
Door opheffing van onwetendheid is er geen proces van in bestaan treden als embryo of ei. Op die manier komt de opheffing van de hele massa van lijden tot stand.[1]
D.w.z. als inbezitname opgeheven is, als men zich niets meer toeëigent, als de mening van “ik ben een onveranderlijk iets” verdwenen is, dan volgt een “zo-bewustzijn”, zó is het ontstaan, zo is het vergaan.
Het inzien dat alles oorzakelijk ontstaat en oorzakelijk vergaat, dat er geen blijvend ego is dat alles bestuurt, leidt naar Nibbana, een staat vrij van zorgen en vol innerlijke vrede.