Na zijn Verlichting ging de Boeddha naar het dierenpark te Isipatana, naar de vijf asceten die hem bediend hadden toen hij streefde naar innerlijke vooruitgang. En hij richtte het gebruikelijke gesprek tot hen, namelijk het gesprek over het geven (vrijgevigheid), over deugdzaamheid en over een betere wereld, en hij verkondigde de ellende, de leegheid en onreinheid van begeerte en de zegen van ontzegging en verzaking.
Toen de Verhevene merkte dat hun geest goed voorbereid was, gedwee, vrij van hindernissen, verkondigde hij de ware leer van de Boeddhas, de leer van het midden: het middenpad, het edele achtvoudige pad. Daarna volgde, aan de hand van de wet van oorzakelijk ontstaan, de opsomming van de vier edele waarheden: dukkha (onvoldaanheid, lijden), het ontstaan ervan, het beëindigen ervan en de weg naar de beëindiging ervan.
Bij het verspreiden van de leer werden ook de drie kenmerken van het leven onderwezen, namelijk dat alle formaties vergankelijk zijn (anicca), dat alle formaties niet tevredenstellend zijn, dat ze aan leed onderworpen zijn (dukkha), en dat alle dingen zonder een zelf zijn (anattā). Die drie kenmerken zijn al ingesloten in de leer van oorzakelijk ontstaan.
Op grond daarvan heb ik de leer van de Boeddha onderverdeeld in de basisleer en de hogere leer. Onder basisleer versta ik de leer die in de tijd van de Boeddha bedoeld was voor allen die wel belangstelling toonden en die volgelingen van de Boeddha werden, maar die het gewone dagelijkse leven bleven leiden. Het is de leer over dana, geven, vrijgevigheid; het is de leer over deugdzaamheid; het is de leer over een betere wereld; het is de leer over de ellende, de leegheid en onreinheid van begeerte en de zegen van ontzegging en verzaking.
Onder hogere leer versta ik de leer die in de tijd van de Boeddha bedoeld was voor degenen die serieus streefden naar het hoge doel: Nibbana. Die leer werd aanvankelijk ook aan leken onderwezen. Maar enige tijd na het heengaan van de Verhevene werd ze bijna uitsluitend aan monniken en nonnen onderwezen.
Ook gegevens voor de leek behoren tot de basisleer.
Als basisleer heb ik hier vermeld:
2.1. De Boeddha Gotama. Schets van zijn leven en leer volgens de traditie van het Theravada
2.2. Oorzakelijk ontstaan I.
2.3. De kenmerken van het leven I
2.4. Wilsacties (kamma) en de gevolgen ervan
2.5. Juist denken over de dood
2.6. De werelden van bestaan
6. De leek. Toespraken en adviezen voor leken
6.1.1. Adviezen voor lekenvolgelingen.1. Teksten betreffende vertrouwen, deugdzaamheid en de 5 en de 8 regels van goed gedrag
6.1.2. Adviezen voor lekenvolgelingen.2. Teksten betreffende juist gedrag en over de redenen waarom mensen naar de hel gaan of naar de hemel
6.1.3. Adviezen voor lekenvolgelingen.3. Teksten betreffende heil en zegen hier en hiernamaals
6.2. Dana, geven, vrijgevigheid : een bloemlezing
6.3. Recitatieteksten
6.4. Rezitationen Wat Dhammaniwasa (D)
6.5. Enkele bekende en minder bekende leken
6.5.01. De arts Jivaka
6.5.02. Anathapindika
6.5.03. Visakha
6.5.04. de courtisane Ambapali
6.5.05. koning Bimbisara
6.5.06. Ajatasattu
6.5.07. de brahmaan Dona
6.5.08. Kisa Gotami
6.5.09. koningin Maha Maya
6.5.10. Maha Pajapati Gotami
6.5.11. Nakulapita en Nakulamata
6.5.12. de veldheer Siha
6.5.13. koningin Mallika
6.5.14. koningin Samavathi
6.5.15. prins Abhaya
6.5.16. koning Pasenadi
6.5.17. de dienares Khujjutara
6.5.18. de goudsmid Cunda
6.5.19. Sujata
6.5.20. de courtisane Sirima
7. Het grote boek van de beschermingen - Maha Paritta Potthaka
-=o0o=-